Biologische bestrijders van tripsen | Bert Anné Geplaatst op 9 oktober 2022 In het grenspark telen onze boeren volop uien, die gevoelig zijn voor trips. In Kieldrecht wordt op een uienperceel met hulp van het landbouwinnovatiefonds en in samenwerking met Biobest en Boerennatuur geëxperimenteerd met nieuwe methoden om bladtripsen te bestrijden. De resultaten zijn veelbelovend! Tripsen: de zorg van elke uientelen Met een lengte van slechts één tot twee millimeter lang kunnen deze piepkleine insectjes behoorlijke schade aanrichten in het gewas. Ze zuigen de buitenste cellagen van het blad leeg, waardoor er lichte vlekken ontstaan. De groei van de plant raakt hierdoor verstoord. Het loof wil niet meer strijken en afrijpen, wat een grote invloed heeft op de ontwikkeling van de uien en dus op de opbrengst. Lastige bestrijding Tripsen zijn lastig te bestrijden, omdat ze zich snel vermeerderen en diep in de plant schuilen. Traditioneel worden gewasbeschermingsmiddelen ingezet. Niet enkel een dure behandeling, het doodt ook de natuurlijke vijanden van de trips, waardoor de plaagdruk later in het seizoen net groter kan uitvallen. En daar zit precies het geheime wapen voor de teler: laat de natuur een handje helpen bij het onderdrukken van de trips. Veelbelovende resultaten Op dit veld zijn bepaalde stukken conventioneel, dus met chemie behandeld, en in andere delen zijn de planten in plaats daarvan bestoven met stuifmeel van lisdodde (Nutrimite). Samen met de bloemenranden trekt dit de juiste insecten aan, zoals roofmijten, rooftripsen en gaasvliegen. Doordat deze delen niet chemisch bespoten werden, krijgen deze natuurlijke bestrijders de kans om te helpen door de bladtripsen op te eten. De resultaten zijn veelbelovend. Niet enkel telden we op de natuurlijk behandelde planten tot tien keer minder bladtripsen, op het einde van het teeltseizoen zag je zelfs visueel een verschil: de planten in de niet chemisch behandelde proefgedeeltes waren veel groener! Monitoring Het monitoren van het gewas is erg belangrijk. Omdat tripsen zich zo snel vermeerderen, is het belangrijk om er minstens net zo snel bij te zijn. Dat houdt in dat je het gewas regelmatig van dichtbij bestudeert om de beestjes op een aantal uienplanten te tellen en de verschillende soorten in kaart te brengen. Zo wil je wel zwart-wit gestreepte rooftripsen op je plant, maar geen bruine bladtripsen. Bloemenranden De specifiek samengestelde bloemenranden ondersteunen dit verhaal. Ze zijn niet alleen mooi om naar te kijken, maar trekken op hun beurt weer natuurlijke vijanden van plaaginsecten aan en geven de biodiversiteit een broodnodig duwtje in de rug. Zo bouwen we een populatie aan biologische bestrijders op, ook voor het volgende seizoen. Aan dit mengsel werden bovendien windbestoven planten toegevoegd, zodat er nog extra stuifmeel het gewas in wordt geblazen. De hoop is dat deze natuurvriendelijke methodes op grote schaal in de uienteelt toegepast kunnen worden. Daarvoor zullen de proeven nog een aantal jaar herhaald worden, en zal er gekeken worden naar haalbaarheid en schaalbaarheid.